Komen ze wel of niet?

Gepubliceerd op 9 mei 2025 om 09:39

In maart mocht ik de uitvaart van zijn schoonmoeder verzorgen. Afgelopen week belde hij me. “Hoi Jordy, hoe gaat het? Weet je nog dat je mijn schoonmoeder hebt begraven? Mijn vader is net overleden. We willen heel graag dat jij de uitvaart verzorgt. Wil je dat doen?”

 

Daar hoefde ik eigenlijk niet lang over na te denken. Al zat ik op dat moment aan de andere kant van het land, het antwoord was ja. Ik gaf wel meteen aan: “Ik zal op afstand alvast het zorgteam aansturen, maar ik kan er pas morgen zijn.” Dat was geen probleem.

 

De volgende dag stapte ik het huis binnen waar zijn vader na een kort ziekbed was overleden. We gingen rustig in gesprek over wat de familie belangrijk vond. Geen grote uitvaart, geen poespas. Een besloten afscheid, met vooraf een condoleance.

 

In de dagen die volgden hadden we dagelijks contact. Hoe gaat het? Zijn er nog dingen die geregeld moeten worden? De echtgenote van meneer maakte zich vooral zorgen over de condoleance: “Stel nou dat er niemand komt? Of maar tien mensen?” Ze ijsbeerde de avond ervoor nog door de woonkamer.

 

Maar die zorgen bleken ongegrond. Op de dag zelf kwamen er zeker honderd mensen afscheid nemen. Dat gaf de familie kracht en troost — en bovenal: een gevoel van erkenning.

 

De uitvaart zelf hielden we klein, alleen voor de familie. Geen aula, geen rijen stoelen, maar samen in de koffiekamer van het crematorium. Knus, warm, intiem. We luisterden naar muziek, haalden herinneringen op, dronken koffie en thee en namen rustig afscheid. Geen formeel programma, maar een moment dat precies bij hem paste.

 

’s Avonds kreeg ik een bericht van zijn weduwe:

“Jordy, dankjewel voor wat je voor ons gedaan hebt. Dit paste zó bij mijn man. We zijn je eeuwig dankbaar.”

 

En dat is waarom ik dit werk doe.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.